Home Phrases in Dutch with audio pronunciation and transliteration in English
The children are cleaning the bicycles in Dutch
De kinderen maken de fietsen schoon
1 0
0
The children are cleaning up the children’s room in Dutch
De kinderen ruimen de kinderkamer op
1 0
0
The front door is closed in Dutch
De voordeur is gesloten
1 0
0
The kitchen and bathroom are here in Dutch
Hier zijn de keuken en badkamer
1 0
0
The roof is on top in Dutch
Het dak is boven
1 0
0
The TV set is brand new in Dutch
De televisie is helemaal nieuw
1 0
0
There are trees next to the house in Dutch
Er staan bomen naast het huis
1 0
0
There is a garden behind the house in Dutch
Achter het huis is de tuin
1 0
0
There is a sofa and an armchair there in Dutch
Daar is een sofa en een fauteuil
1 0
0
There is no street in front of the house in Dutch
Voor het huis is er geen straat
1 0
0
We are cleaning the apartment today in Dutch
Vandaag maken we het huis schoon
1 0
0
We are going to the living room in Dutch
Wij gaan naar de woonkamer
1 0
0
We have time today in Dutch
Vandaag hebben we tijd
1 0
0
What do you want to cook today? in Dutch
Wat wil je vandaag koken?
1 0
0
Where are the dishes? in Dutch
Waar is het servies?
1 0
0
Who does the dishes? in Dutch
Wie doet de afwas?
1 0
0
Who washes the windows? in Dutch
Wie maakt de ramen schoon?
1 0
0
