What is Do you speak English called in Dutch with how to pronounce and transliteration in English?

English to Dutch

• Drive me to this address Kunt u me naar dit adres brengen
• I’m in a hurry Ik heb haast
• Which bus do I have to take? Welke bus moet ik nemen?
• Please turn right here Hier naar rechts, alstublieft
• Please give me a receipt Mag ik een betalingsbewijs?
• Please wait a moment Wacht u alstublieft een ogenblik
• I have time Ik heb tijd
• Is it a direct flight? Is dat een directe vlucht?
• Where is the bus stop? Waar is de bushalte?
• I’d like to book a flight to Athens Ik wil graag een vlucht naar Athene boeken